Eind 2006 ging het project CASSTIR van start, met als volledige titel "Innovatief verbinden van kritische aluminiumstructuren met de friction stir welding techniek". Dit onderzoek, een samenwerking tussen het BIL, CEWAC en de universiteiten van Louvain-La-Neuve (UCL) en Gent, wordt uitgevoerd voor rekening van het Federaal Wetenschapsbeleid, ter uitvoering van het "Programma ter bevordering van de kennisoverdracht op strategisch belangrijke gebieden". We geven een samenvatting van de belangrijkste resultaten behaald tot april 2009, alsook van het nog uit te voeren werk tot eind 2009.
Op de volgende pagina's geven we een overzicht van alle fouten die zich kunnen voordoen tijdens het lassen. Dit zowel bij het TIG-lassen, het MAGvuldraadlassen en het MIG/MAG-lassen met massieve draad. Ten slotte krijgt ook het onderpoederdeklassen uitgebreid aandacht.
In het kader van de FEDER (Le Fonds Européen de Développement Régional) projecten, gaan het BIL en CEWAC (Centre d’études wallon de l’assemblage et du contrôle des matériaux) een toestel voor elektronenbundellassen aankopen. Deze aankoop kadert in het project MICROSOUD, dat als doel heeft een platform op te richten. Dit platform groepeert verschillende microlasprocedés en aangepaste, geavanceerde kwaliteitscontroles en stelt de technologieën van het microlassen ter beschikking van de bedrijven. We bespreken de techniek van het elektronenbundellassen, apparatuur, lasparameters, lasfouten, toepassingen, voordelen en beperkingen. Ook wordt de vergelijking met het laserlassen gemaakt.
Het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) onderzoekt momenteel een jonge lastechniek, meer bepaald het elektromagnetisch hogesnelheidslassen, ook bekend onder de benaming magnetisch pulslassen. De lastechniek maakt gebruik van elektromagnetische krachten om werkstukken te vervormen en te lassen. Aangezien deze techniek géén gebruikmaakt van warmte maar van drukkrachten om een verbinding tot stand te brengen, biedt ze belangrijke voordelen ten opzichte van de conventionele lastechnieken. Er wordt immers geen warmtebeïnvloede zone gecreëerd en het materiaal verliest zijn eigenschappen niet. Dit procedé bezit ook de mogelijkheid om verbindingen te realiseren tussen metalen en legeringen met sterk verschillend smeltpunt, zoals koper aan aluminium of aluminium aan staal.
Het BIL voert samen met OCAS een collectief onderzoeksproject omtrent de innovatieve varianten van het TIG- en het MIG/MAG-lassen. In het recente verleden zijn er op de markt een aantal nieuwe en veelbelovende varianten verschenen van de conventionele booglasprocessen. De varianten staan beter bekend onder hun acroniemen: T.I.M.E., Rapid Melt, Cold Metal Transfer, ColdArc, Surface Tension Transfer (STT), ForceArc, A-TIG enz. Deze processen worden in het Innolas project ingezet op diverse materiaalsoorten en materiaaldiktes. Het doel van het project bestaat erin na te gaan in hoeverre deze varianten kunnen bijdragen aan een verhoging van de productiviteit en het rendement en de verlaging van de productiekosten (laskosten). De deelnemende bedrijven stellen zich de vraag: ‘Waarom moeten we deze nieuwe technieken aanschaffen?’. Door dit project krijgt men inzicht in de mogelijkheden en kosten van deze nieuwe lasprocessen, zodat ze ingezet kunnen worden in hun productie op een technisch en economisch verantwoorde manier.
Binnen het kader van de omvorming van het BIN naar het NBN werd de structuur volledig veranderd. Het BIL is door het NBN aangesteld als sectorale operator voor het lassen en werkte een structuur uit die uitgaat van zeven subcommissies. We verduidelijken deze in het schema dat u hieronder vindt. We merken hierbij nog op dat de inbreng uit verschillende industrietakken uiterst belangrijk is voor de toekomstige ontwikkeling van lasnormen. Lidmaatschap van een of meerdere subcommissies brengt trouwens interessante voordelen met zich mee.
CTOD-BEPROEVING We beschrijven in dit artikel een proef waarmee de breuktaaiheid nauwkeurig op een kwantitatieve manier kan worden gemeten: de CTOD-beproeving (Crack Tip Opening Displacement).
In deze infofiche gaan we nader in op het booglassen met beklede elektrode, een algemeen verspreid en zeer flexibel lasproces. We bespreken de elektrodetypes en de lasuitvoering. Tot slot worden de mogelijke voor- en nadelen van booglassen met beklede elektrode opgesomd.
Recent is een innovatieve weerstandlastechniek op de markt verschenen die een oplossing kan bieden voor de huidige problemen bij de conventionele weerstandlastechnieken en die perspectieven kan openen naar nieuwe toepassingen, die voorheen niet mogelijk waren. Het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) overweegt om in samenwerking met het De Nayer Instituut een onderzoek op te starten rond deze nieuwe ontwikkeling, om de potentiële voordelen ervan aan te tonen voor de industrie.