Het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) bereidt momenteel – samen met Sirris en Flanders Drive – een onderzoeksproject voor rond het structurele verbinden van ongelijksoortige materialen. Hierin zal een vergelijk worden gemaakt tussen lijmen, lassen en mechanische verbindingstechnieken. Het BIL zal hierbij vooral kijken naar heterogene lasverbindingen, maar in het project zal er onder meer ook gefocust worden op metaal-composietverbindingen.
In 2006 besloot de familie Oosterlinck, eigenaar van een fietsframefabriek in West-Vlaanderen, het roer om te gooien. In plaats van het grootschalig produceren van fietsframes voor andere fabrikanten, besloot de familie over te stappen op de kleinschalige productie van complete fietsen. Inmiddels zijn de retrofietsen van ACHILLE een begrip tot ver over de grens.
Het Transtir project is ontstaan uit de wens van een aantal onderzoekscentra in de Grote Regio om samen te werken en zodoende kmo’s in Wallonië, Lotharingen, Saarland, Rijnland-Palts en Luxemburg lastechnologisch te ondersteunen. Het was daarbij de bedoeling de technologie van het wrijvingsroerlassen meer bekendheid te geven en het aantal industriële toepassingen te verhogen via praktisch bruikbare publicaties en handleidingen. Hoewel het FSW proces (Friction Stir Welding of wrijvingsroerlassen) nog relatief jong is, het werd pas ontwikkeld in 1991, kan het sinds geruime tijd rekenen op een sterk groeiende belangstelling. Met name kmo’s zouden van dit lasproces kunnen gebruikmaken, als alternatief voor andere spitstechnologische oplossingen, om een aantal problemen inzake kwaliteit en kosten te vermijden.
In de loop van de voorbije twee jaar werd bij het B.I.L., met Laborelec als partner, een prenormatief onderzoeksproject uitgevoerd rond DMV 304HCu. Het is de bedoeling om dit materiaal op te nemen in de Europese, geharmoniseerde materiaalnorm EN 10216-5, onder de benaming X10CrNiCuNb18-9-3. DMV 304HCu wordt geproduceerd door Salzgitter Mannesmann Stainless Tubes en is de Europese versie van Super 304H, ontwikkeld door Sumitomo, voor toepassing als (her-)oververhitterbuisjes in (ultra-)superkritische steenkoolcentrales. De introductie van austenitische stalen in de ketel impliceert dat er in de stoomketel lasverbindingen tussen DMV 304HCu en 9% Cr-stalen gerealiseerd zullen worden die een warmtebehandeling na het lassen vereisen. In dit artikel wordt de invloed van deze warmtebehandeling nagegaan op DMV 304HCu.
Zoals reeds verwacht en voorspeld in 2010, is 2011 voor het BIL geen eenvoudig jaar geworden, maar toch een jaar waarop de BIL medewerkers met een goed gevoel op mogen terugkijken.
Tijdens dit project worden eigenschappen van clinchverbindingen onderzocht en daarbij wordt telkens de vergelijking gemaakt met het puntlassen. Er werd een website gemaakt (www.clinching.net) die een overzicht geeft van de verschillende fabrikanten en helpt bij de keuze van de tools en de parameters voor het clinchen. Enkele bevindingen uit het onderzoek worden toegelicht in dit artikel.
Het wrijvingsroerlassen (FSW, Friction Stir Welding) is een nieuw proces dat over het algemeen wordt gebruikt voor het maken van kwaliteitslassen tussen materialen met een lage smelttemperatuur, zoals aluminium, magnesium en koper. Dit proces is langzamerhand beter bekend bij de bedrijven, vooral door de promotieactiviteiten van de onderzoekscentra CEWAC en BIL. De toepassing voor het lassen van staal heeft een groot potentieel in België. Dit proces is ook interessant voor het lassen van speciale stalen, wat vaak zeer moeilijk is, maar die wel meer en meer gebruikt worden.
Eind 2011 werd het twee jaar durende collectieve onderzoeksproject 'Technologie de soudage avancée par impulsion magnétique', met het acroniem SOUDIMMA, beëindigd. Dat onderzoek werd uitgevoerd door het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL), in samenwerking met de Waalse partner CEWAC (het Centre d’Etudes wallon de l’assemblage et du contrôle des matériaux in Seraing) en werd gesteund door de Waalse overheid (Région Wallonne; project nr. 816944). Het project handelde over het elektromagnetisch pulslassen, een lasproces gelijkaardig aan het explosielassen. Het proces maakt gebruik van elektromagnetische krachten voor het vervormen en lassen van materialen. Aangezien deze techniek géén gebruik maakt van warmte maar van explosieve krachten om een verbinding tot stand te brengen, biedt ze belangrijke voordelen t.o.v. de conventionele lastechnieken.
Bij het BIL en Kaho St-Lieven liep een onderzoeksproject gesubsidieerd door het IWT, samen met een vijftiental deelnemende bedrijven. Tijdens dit project worden eigenschappen van clinchverbindingen onderzocht en daarbij wordt telkens de vergelijking gemaakt met het puntlassen. Er werd een website gemaakt (www.clinching.net) die een overzicht geeft van de verschillende fabrikanten en helpt bij de keuze van de tools en de parameters voor het clinchen. Enkele bevindingen uit het onderzoek worden toegelicht in dit artikel.
Niet-thermisch verbinden van plaatmateriaal wordt toegepast in bijna alle industrietakken. Naast lijmverbindingen wint het verbinden via vervormen - of het mechanisch verbinden - aan belang, vooral voor ongelijksoortige materialen. Moderne hoogsterkte stalen, die hun mechanische eigenschappen verkrijgen via speciale warmtebehandelingen, kunnen niet langer gelast worden op de traditionele manier. Nieuwe verbindingstechnieken die de materiaaleigenschappen minder of niet beïnvloeden moeten gebruikt worden. Mechanische verbindingstechnieken zijn hiervoor uitermate geschikt en ze bieden daar enboven tal van voordelen die hun gebruik verantwoorden.