Multimateriaalverbindingen kennen een steile opmars binnen diverse sectoren. Bij combinaties van verschillende geleidende materialen ontstaat het risico op galvanische corrosie. Als twee verschillende materialen in contact zijn met elkaar, zal het minst edele materiaal versneld aangetast worden in een agressieve omgeving, de versnellingsfactor kan snel 10 of 100 bedragen. Het spreekt voor zich dat dergelijke situaties te vermijden zijn. Daarvoor is echter nog bijkomend onderzoek nodig. Aan de hand van enkele cases wil het Belgisch Instituut voor Lastechniek daarom op zoek naar geschikte oplossingen.
Robots zijn al enkele jaren niet meer weg te denken uit de metaalindustrie, en ook in tal van andere industrietakken banen ze zich een weg. Uit gesprekken met de industrie blijkt dat er behoefte is aan een gedegen opleiding tot 'robotlasser' of personeel met de kennis om een lasrobot succesvol in het bedrijf te implementeren.
De klimaatbetogingen maken duidelijk dat vandaag iedereen begaan is met een toekomstgericht milieubeleid. Nieuwe technologie zal daarin zeker een hulpmiddel zijn om de doelstellingen te behalen. Denk bijvoorbeeld aan elektrische wagens. Hieruit is het project ‘Steel S4 EV’ ontstaan. Dat beoogt het ontwikkelen van een lichte en veilige elektrische wagen voor personentransport in de stad. De opzet is om door toepassen van geavanceerde hoogsterkte stalen een licht, maar uiterst sterk en stijf frame te ontwikkelen.
Zoutneveltesten zijn courante praktijk voor het beproeven van verzinkte onderdelen. Met behulp van deze testen kan de kwaliteit van de zinklaag op een versnelde manier onderzocht worden. Echter de zoutneveltest heeft ook zijn beperking om dergelijke lagen te evalueren. Dit artikel geeft algemene informatie en bundelt de ervaringen van het corrosielabo van het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) bij het testen van verzinkte onderdelen.
Een materiaalcertificaat is meer dan een stuk papier. Het zegt iets over het materiaal, maar het is de taak van de gebruiker om hier de juiste informatie uit te halen, zodat het aangekochte materiaal makkelijk en zonder verrassingen verwerkt kan worden. Een belangrijke taak hierin is weggelegd voor de lascoördinator.
Bruggen zijn typisch constructies die vanwege dynamische belasting gevoelig zijn voor vermoeiing. Ondanks hun goede mechanische eigenschappen worden hogesterktestalen nog niet veel toegepast voor dit soort constructies. Dit komt omdat zij een groot deel van hun vermoeiingssterkte verliezen wanneer eraan wordt gelast. Met het project OPTIBRI hebben onderzoekers aangetoond dat de vermoeiingssterkte verbeterd kan worden door een geschikte nabehandeling.
Normen zijn niet meer weg te denken uit het hedendaagse metaalbedrijf. Ze spelen een grote rol in het vastleggen van de kwaliteit. In dit artikel kijken we naar normen die speciaal van toepassing zijn op het lassen van aluminium. Zonder elke norm uitvoerig te behandelen, geeft dit artikel een overzicht van de belangrijkste regelgeving en afspraken rond het lassen van aluminiumconstructies.
De leerlingen van de 3de graad BSO (beroeps secundair onderwijs), afdeling lassen-constructie, van GO! Atheneum Nieuwpoort in België restaureren een sleepboot, de Cobi-M. Het project wordt naar verwachting afgerond in september 2019. Na de restauratie begint de sleepboot Cobi-M aan haar laatste vaart.
Al in 2014 is men begonnen met de revisie van de norm EN ISO 15612. De voorlopige ontwerpen die sindsdien zijn opgesteld, ondergingen al tal van wijzigingen. Dit onder andere door de wijzigingen die in de nieuwe norm ISO 15614-1:2017 terug te vinden zijn. Eind mei 2018 werd de finale versie van de norm ISO 15612 goedgekeurd en deze werd in augustus 2018 gepubliceerd.
In augustus 2018 verscheen de nieuwe versie van de norm EN-ISO 15612: Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen – goedkeuring op basis van een standaard lasmethodebeschrijving. Dit artikel behandelt de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de versie uit 2004.