Om concurrentieel te blijven is een overstap naar minder dure en arbeidsintensieve lastechnieken meer dan het overwegen waard. Hoewel nog bijkomend onderzoek gewenst is, lenen de smeedlasprocessen zoals het magnetisch booglassen en het wrijvingslassen zich hier uitstekend toe. Deze automatische lastechnieken garanderen een constante kwaliteit en worden ingeschakeld in heel wat bestaande en nieuwe toepassingen
Op 29 en 30 november 2005 organiseerde het Belgisch Instituut voor Lastechniek samen met het Nederlands Instituut voor Lastechniek voor de tweede keer een groot Nederlandstalig “Lassymposium” in Gent, België. In de marge van het Lassymposium werd de vierde Prof. Soeteprijs uitgereikt. De aanmoedigingsprijs, die om de twee jaar wordt uitgereikt, ging dit jaar naar ir. Roger Creten.
Na de staalsoorten vormen de aluminiumlegeringen de belangrijkste legeringsgroep. Het aluminiumverbruik (net als dat van de magnesiumlegeringen) zal in de volgende jaren steeds belangrijker worden, zeker wat betreft automobiel- en transporttoepassingen. Het is duidelijk dat deze trend voornamelijk ingegeven wordt door de lagere densiteit van deze legeringen dan die van staal. Het lassen van vooral Al-legeringen kan de lasser echter voor zware moeilijkheden stellen. Dan kunnen innovatieve lasprocessen, zoals friction stir welding en het hybride laserlassen, een oplossing bieden.
In deze bijdrage wordt het principe van het wrijvingslasproces kort belicht en worden de varianten besproken. De veelzijdigheid en bruikbaarheid van dit proces worden onderstreept aan de hand van een aantal praktische toepassingen.
In deze bijdrage bespreken we de rol van metallurgie, en dit toegepast op het lassen. Daarnaast halen we de algemene basisprincipes van de metallurgie aan. Deze laten toe het metallurgisch gedrag van een basismateriaal te begrijpen (het metaal dat gelast zal worden). Om te besluiten wordt een samenvatting gegeven van een reeks aangehaalde metallurgische begrippen.
In West-Europa bedraagt het aandeel van het neergesmolten lasmetaal met het halfautomatisch MIG/MAG-lassen 74%. Met het halfautomatisch gevulde draadlasssen erbij stijgt dit tot 84% (cijfers 2002). Het principe berust op een continue aanvoer van de afsmeltende draadelektrode. Het succes hangt daar dus in grote mate van af. Vandaar de noodzaak om de belangrijkste onderdelen van de halfautomaat (draadaanvoersysteeem, draadgeleider en laspistool) wat nader te bekijken.
In het achtste deel van de reeks rond aluminium gaan we nader in op het lassen van ongelijksoortige materialen. We bespreken de keuze van het lastoevoegmateriaal, geven enkele praktijkvoorbeelden en herhalen enkele voorzorgen en tips voor het TIG- en MIG-lassen.
Het blijkt vaak onmogelijk ongewenste vormveranderingen als gevolg van krimp en inwendige spanningen tegen te gaan. Als gevolg hiervan moeten correctieve maatregelen worden genomen ter verbetering van de ongewenste situatie. In dit tweede deel rond vervorming worden algemene richtlijnen gegeven voor de beste mechanische en thermische technieken die kunnen worden toegepast als correctieve maatregelen bij opgetreden vervorming.
De voorbije jaren is de sector drukapparatuur/leidingbouw overstelpt met tal van nieuwe normen. Het voordeel van deze standaardisatie is dat de normenhorizon ingrijpend werd beperkt. Anderzijds legt de sterk regulerende werking van de normering storende beperkingen op. Expertkennis is vereist en bijkomende investeringen inzake personeel en certificatie dringen zich op. De vraag stelt zich of deze nieuwe aanpak ook zal leiden tot kostenbesparing? De toekomst zal uitsluitsel geven!
De verbetering van bestaande materialen en de ontwikkeling van nieuwe wordt algemeen erkend als één van de sleuteldomeinen voor de industriële vooruitgang. Oppervlaktetechnieken laten toe, door het gepast combineren van volume- en oppervlakte-eigenschappen, materiaal- en energiebesparingen te realiseren. Ook nieuwe materialen kunnen gegenereerd worden. In het eerste deel van deze voorlichtingsfiche rond aluminium geven we een overzicht van de deklagen en toepassingen.