Nieuw in versie 3.0?
Engelstalig lasser certificaat
Het wordt aanbevolen dat lasserskwalificatiecertificaten worden uitgegeven in de lokale taal en ten minste een van de volgende talen: Engels, Frans of Duits. Aan deze aanbeveling kan worden voldaan doordat vanaf versie 3.0, certificaten automatisch in het Nederlands en Engels worden opgesteld.
Lasprocessen
Tot op heden was het niet mogelijk om een certificaat op te stellen indien de lasser (operator) gebruik maakte van TIG-lassen zonder toevoegmateriaal (142), zuurstofacetyleen lassen (311) of onder poeder lassen (12).
Nieuwe lasprocessen die werden toegevoegd
- 121: Onder poeder lassen met massieve draad
- 125: Onder poeder lassen met gevulde draad
- 142: TIG lassen zonder toevoegmateriaal
- 311: Autogeen lassen met zuurstofacetyleen gasmengsel
Indien een certificaat wordt opgemaakt waarbij de lasser het proefstuk heeft gelast d.m.v. autogeen laasen met zuurstofacetyleen gasmengsel (311), zal de gebruiker ook moeten aangeven in welke richting gelast werd.
Indien een certificaat wordt opgemaakt waarbij de lasser het proefstuk heeft gelast d.m.v. TIG-lassen zonder toevoegmateriaal (142), zal de gebruiker geen toevoegmateriaal groep kunnen selecteren. Het geldigheidsgebeid van het toevoegmateriaal is dan gelijk aan de materiaalgroep van het gelaste basismateriaal.
Selectiekeuze: Toevoegmateriaal type
In vorige versies van de lasser kon onafhankelijk van het lasproces gekozen worden uit verschillende toevoegmateriaal types, indien een foutieve keuze werd gemaakt werd dit door de tool aangegeven. De lijst waaruit gekozen kan worden in versie 3.0 is nu gekoppeld aan het geselecteerde lasproces, zo zal bv. voor het halfautomaat lassen met actieve gasbescherming (135) enkel uit een massieve draad kunnen worden gekozen en geen andere soorten draad types. Indien men het lasproces aanpast naar bv. lasproces 136 zullen de toevoegmateriaal types voor dit proces beschikbaar worden. De kans dat men een foutief type toevoegmateriaal kiest is dus kleiner!
Aanvullend T-proefstuk
Bij het lassen van een stompe lasverbinding en aanvullend een T-proefstuk waarvan de hoeklas in één enkele laag werd gelast (Single layer) werd foutief het geldigheidsgebied aangegeven als "meerdere lagen (ml) en enkele laag (sl)". Deze kwalificatierange is echter afhankelijk van hoe de stompe lasverbinding gelast is (enkele laag of meerdere lagen). Indien de stompe lasverbinding werd gelast in één laag is het geldigheidsgebied van hoeklassen beperkt tot één laag (sl). Indien de stompe las werd gelast in meerdere lagen is het geldigheidsgebied van de hoeklas zowel geldig voor enkele laag (sl) als voor meerdere lagen (ml).
Andere wijzigingen indien een stompe las + aanvullend T-proefstuk werd gelast:
- Bij soort product wordt op het lasser certificaat: "Stompe las (BW) + aanvullende hoeklas" aangegeven.
- Het lassen van een aanvullend T-proefstuk kwalificeert hoeklassen en dus wordt ook een geldigheidsgebied aangegeven voor materiaaldikte, t1.
- Het lassen van een aanvullend T-proefstuk kwalificeert de laspositie PB, deze werd toegevoegd aan het geldigheidsgebied van de laspositie.
Andere algemene wijzigingen
- Het beschermgas is geen essentiële parameter maar moet verplicht worden vermeld op het certificaat, in vorige versies werd op het certificaat "alle beschermgassen" aangegeven als geldigheidsgebied. Dit geldigheidsgebied kan echter voor verwarring zorgen, indien bv. een proefstuk wordt gelast d.m.v. MAG-lassen met gevulde draad (136) mag men niet in productie wijzigen naar een inerte gasbescherming want hierdoor zal het proces nummer wijzigen. Vandaar dat als geldigheidsgebied "-" wordt aangegeven.
- Het basismateriaal is geen essentiële parameter, op het lasser certificaat zal "-" als geldigheidsgebied worden aangegeven.
- Bij het selecteren van soort product: "plaat - pijp (P/T)" werd de keuze cel "enkele laag (sl) of meer lagen (ml)" foutievelijk grijs gearceerd (niet van toepassing).