Booglassen
Booglassen met beklede elektrode
De ontsteking van een lasboog vindt plaats door kortsluiting van de anode met de kathode en wel zodanig, dat op een relatief klein oppervlak een hoge stroomdichtheid ontstaat en de daar door ontstane hoge temperatuur de metaalatomen ioniseert. De boog ontstaat wanneer de elektroden op enige afstand van elkaar worden gebracht. De mate waarin de kathode elektronen kan emitteren en de boogatmosfeer geïoniseerd kan worden zijn bepalend voor het gedrag van de elektrodeboog. Door de warmte van de boog smelt het werkstuk en de elektrode met de bekleding. De bekleding vormt slak die het smeltbad beschermt van de atmosfeer. De slak zal stollen en moet verwijderd worden als de las klaar is of tenminste voor de volgende run. Het proces maakt er alleen korte stukken gelast kunnen worden omdat er steeds een nieuwe elektrode
gepakt moet worden. Het resultaat van de las is afhankelijk van de vaardigheid van de lasser.
Toepassingen: ketelbouw, leidingen, metaalconstructies, scheepsbouw, machinebouw, ...
TIG-lassen
Bij het TIG-proces wordt de lasboog getrokken tussen een aangepunte wolframelektrode en het werkstuk in een inerte atmosfeer van argon of helium of combinatie hiervan. De geconcentreerde boog, die wordt gevormd aan de stiftvormige elektrode, is ideaal voor nauwkeurig laswerk waaraan hoge kwaliteitseisen worden gesteld. De elektrode wordt niet afgesmolten bij het lassen. Als toevoegmateriaal nodig is, wordt het onafhankelijk van de boog aan het lasbad toegevoegd.
Toepassingen: verbindingen van hoge kwaliteit in de nucleaire-, luchtvaart- en chemische industrie, …
MIG/MAG-lassen
Bij het MIG/MAG-lassen wordt evenals bij het lassen met beklede elektroden de warmte, die benodigd is om het materiaal te smelten, verkregen uit een boog tussen de draad en het werkstuk. Het uit de draad neergesmolten metaal vormt samen met het meegesmolten werkstukmateriaal de lasverbinding. Het grote verschil is dat de elektrode bij MIG/MAG-lassen bestaat uit een dunne draad, die van een haspel wordt afgewikkeld. Omdat er sprake is van een continue mechanische draadtoevoer wordt het proces ook wel aangeduid als halfautomatisch lassen.
Toepassingen: ketelbouw, plaatslagerij, scheepsbouw, metaalconstructies, machinebouw, bruggen, hefmachines, …
Plasmalassen
Het plasmalassen vertoont om een aantal redenen veel overeenkomsten met het TIG lassen.
Een overeenkomst met het TIG-lassen is onder andere een boog die brandt tussen een aangepunte wolfraam elektrode en het werkstuk. Een essentieel verschil is echter dat de elektrode niet vrij toegankelijk is maar in de lastoorts ingebouwd en dat de boog via een kleine boring in de anode (plasmatip) ingesnoerd naar buiten treedt. Aan deze insnoering ontleent de plasmaboog een aantal karakteristieke eigenschappen. Daarnaast is er bij het plasmalassen sprake van twee gasstromen, namelijk het plasmagas en het beschermgas
Toepassingen: longitudinaal lassen van buizen, containers, vaten, oplassen van slijtvaste lagen, ...