INNOJOIN : Verbinden van ongelijksoortige materialen in plaatvorm - Praktische info
Projecttype
Het onderzoek is een CorNet collectief onderzoeksproject. Dit is een Europese onderzoeksformule, waarbij de onderzoekscentra het onderzoek uitvoert voor een groep van bedrijven, samengebracht rond een bepaald thema.
Internationale samenwerking
Dit project is een samenwerking tussen de volgende internationale partners:
- BIL : het Belgisch Instituut voor Lastechniek,
- KULeuven, Campus De Nayer (voorheen Hogeschool Lessius Mechelen),
- CEWAC : Waals onderzoekscentrum voor assemblage en materiaalcontrole,
- SLV Hälle,
- LWF : Universiteit van Paderborn.
Deelname
Bedrijven geïnteresseerd in de techniek of het thema kunnen dit onderzoek volgen. Een bedrijf kan op 2 manieren deelnemen aan het onderzoek, namelijk aktief of niet-aktief.
Niet-aktieve deelname
Het bedrijf geen eigen toepassingen aan voor onderzoek in het project. Het bedrijf in kwestie kan de projectresultaten opvolgen via ofwel de halfjaarlijkse vergaderingen, of via de voortgangsverslagen en publicaties.
Aktieve deelname
Het bedrijf brengt zijn eigen toepassing aan. De haalbaarheid van het gebruik van de voorgestelde processen zal onderzocht worden voor een aantal van deze toepassingen. Hierbij kunnen we echter het collectief karakter van het project niet uit het oog verliezen; de gekozen toepassingen moeten m.a.w. generiek zijn en van belang voor meerdere deelnemers. In de mate van het mogelijke zullen we de toepassingen uitwerken zo dicht mogelijk bij de industriële realiteit, doch in sommige gevallen zullen vereenvoudigingen doorgevoerd moeten worden qua geometrie of afmetingen.
Financiële bijdrage
Voor het uitvoeren van het onderzoek is het nodig dat de deelnemende bedrijven materiaal aanleveren waarmee de experimenten kunnen uitgevoerd worden.
Praktisch
Het project heeft een duur van 2 jaar, waarbij er normaal gezien om de 6 maanden vergaderd wordt met de hele groep. De lasproeven, karakterisatie van de verbindingen, metallografie, enz. worden uitgevoerd door de onderzoekscentra. Tijdens de uitvoering van het onderzoek kunnen de deelnemers het project bijsturen waar nodig, zodat de resultaten beantwoorden aan de industriële realiteit.